Schuilkerk

Van de geschiedenis van Lepelstraat vóór het midden van de 17e eeuw is niet veel bekend. Er waren verschillende buurtschappen (Kladde, Klutsdorp, Koevering), maar van een echt dorp was nog geen sprake. De bewoners behoorden tot de parochie van Halsteren en gingen daar ter kerke. Toen met de Vrede van Munster, 1648, de kerk van Halsteren overging in handen van Protestanten kwam, werd de zgn. Celse Hoeve te Lepelstraat het kerkelijk centrum van een groot gebied, het eiland Tholen en de Brabantse Wal tussen Steenbergen en Bergen op Zoom. De Celse Hoeve omvatte een pastorie en een schuurkerk. Waarschijnlijk heeft de aanwezigheid van kerk en pastorie ervoor gezorgd dat Lepelstraat een echt dorp werd. Het was op zon/ en feestdagen immers een plaats van ontmoeting voor de wijde omgeving. Daarom was het ook aantrekkelijk om zich hier te vestigen en allerlei activiteiten te ontplooien.

De zielzorgers waren aanvankelijk reguliere geestelijken, Wilhelmieten uit Huybergen en Franciscanen uit Kruiningen. Die laatsten hebben ongetwijfeld de devotie tot St.Antonius van Padua bevorderd die tot op heden in Lepelstraat sterk aanwezig is. De naam Celse Hoeve is waarschijnlijk afgeleid van de Cellebroeders die in Bergen op Zoom een klooster hadden.Na de opheffing van het klooster kwam de hoeve in particuliere handen, in de 17e eeuw de familie de Ram.

 

In 1749 werd Adrianus Dekkers benoemd tot pastoor van Halsteren te Lepelstraat. Pastoor Dekkers vroeg de Staten Generaal om een nieuwe schuurkerk te mogen bouwen in Lepelstraat. Hij krijgt toestemming waarop in 1763 de kerk in gebruik wordt genomen en in 1765 de pastorie wordt gebouwd. Pastoor Dekkers, een vroom en eenvoudig priester was in 1720 in Ginneken geboren. Bijna zijn hele priesterlijk leven was hij verbonden met Lepelstraat waar hij op 5 april 1790 overleed. terecht is er in lepelstraat een straat naar hem vernoemd. In 1798 krijgen de Halstenaren de kans door een wetswijziging om de oude kerk weer terug te kopen. Dit gebeurt uiteindelijk in 1802. De schuurkerk in Lepelstraat blijft de hoofdkerk, de kerken in Lepelstraat en Halsteren vallen onder één pastoor en dus één parochie.

Kerk en toren

In 1830, na de dood van Pastoor Praets, vormen de twee kerken in Lepelstraat en Halsteren ieder een eigen parochie. Voor het eerst ontstaat er dus een Lepelstraatse parochie met als patroon St. Antonius van Padua. De schuurkerk wordt in 1834 vergroot. In 1870 wordt besloten om een nieuwe kerk te bouwen naar ontwerp van architect C.P. van Genk uit Bergen op Zoom in neo-romaanse stijl. Deze nieuwe kerk wordt in 1878 ingewijd en toegewijd aan de heilige Antonius van Padua. De kerk heeft een opvallende toren, die het dorpsbeeld domineert.

 

Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog wordt de toren door de terugtrekkende Duitsers opgeblazen om niet als uitkijktoren voor de oprukkende geallieerden te kunnen worden gebruikt. De belofte dat slechts de top uit de toren zal worden geblazen wordt niet waar gemaakt: de toren wordt in zijn geheel opgeblazen en het gehele gebouw wordt hierdoor ontzet en moet opnieuw worden opgebouwd. Dit gebeurt in 1948, naar een ontwerp van J. de Lint uit Breda. De toren wordt niet opnieuw opgebouwd maar vervangen door een voorfront. Bovendien wordt het schip verlaagd.

Bedevaart en noveen

De schuurkerk in Lepelstraat was toegewijd aan de H. Antonius van Padua. In 1757 gaf de bisschop van Antwerpen 40 dagen aflaat aan iedereen die op 13 juni, het feest van Antonius en door het hele octaaf in Lepelstraat aanwezig was. Vlak daarna ontstonden processies vanuit Steenbergen en Bergen op Zoom naar Lepelstraat. In 1764 erkende Rome de reliek die in de kerk vereerd werd van St. Antonius van Padua (een stukje habijt van Sint Antonius). In 1839 verleende paus Gregorius XVI een volle aflaat aan hen die op het feest van H. Antonius van Padua biechtten en ter communie gingen. Vanaf 1925 tot 1971 werd vanuit Bergen op Zoom de bedevaart georganiseerd door de Broederschap van de Processie van Bergen op Zoom naar Lepelstraat. Negen dinsdagen voorafgaan aan het feest van Sint Antonius trokken honderden pelgrims naar Lepelstraat.

 

Begin jaren tachtig werd de bedevaart nieuw leven ingeblazen door de toenmalige pastoor Gerard Kloeg OSB. Hij begon met het houden van de negen dinsdagen, niet 's ochtends, maar 's avonds. Het aantal bedevaartgangers groeide. Processies worden tegenwoordig niet meer gehouden en ook georganiseerde bedevaarten naar Lepelstraat vinden niet meer plaats. Toch zijn de noveenvieringen op de negen dinsdagen voorafgaand aan het feest van Sint Antonius goed bezochte, intieme vieringen die zeker de moeite waard zijn om mee te maken. Vanuit een wijde omtrek komt men de 9 dinsdagen voorafgaand 13 juni te voet, met de fiets en met de auto naar Lepelstraat om te bidden en te vieren. De noveen wordt afgesloten met een kinderviering op de zaterdag na 13 juni en een feestelijke slotviering op de zondag daarna m.m.v. Harmonie St.Antonius.