De Kerk
De kerk vanaf Tholen gezien Vanuit de polders in het westen bepaalt onze markante Quirinuskerk mede het gezicht van Halsteren. Wij vertellen u graag meer over dit gebouw en nodigen u van harte uit voor een virtuele rondgang.
U kunt virtueel door de kerk heenlopen via de virtuele rondleiding.
De kerk, gewijd aan de H. Quirinus, is een ontwerp van Jos Cuijpers (1861-1949), architect uit Roermond. Jos Cuijpers heeft eind 19e eeuw tot halverwege de 20e eeuw vele kerken neergezet, eerst Neogotisch van stijl, later Romaanser. Van 1899 tot 1908 werkte hij samen met Jan Stuyt (1868-1934), vanaf 1920 tot zijn dood in 1949 met zijn Pierre Cuijpers jr. (1891-1982) Bekende werken van zijn hand zijn : de St.Bavokathedraal van Haarlem, de St.Gummaruskerk van Steenbergen, de St.Laurentiuskerk van Breda-Ginneken, de St.Laurentiuskerk van Dongen en O.l.Vrouw van Lourdeskerk (Fort) in Bergen op Zoom. De H. Quirinuskerk vertoont veel verwantschap met de Rozenkranskerk ('Obrechtkerk') in Amsterdam, die door hem kort tevoren was gebouwd (1908-1911). De H.Quirinuskerk heeft een Romaanse architectuur met enkele Neogotische en Byzantijnse elementen. De eerste steenlegging vond plaats op 5 september 1911, de consecratie vond plaats op 26 mei 1913.
Voorgevel
De voorgevel heeft een halfronde luifel, waaronder de volgende tekst staat:
“petite et dabitur vobis”dit betekent: “vraagt en aan u zal gegeven worden" (Lucas 11, vers 9).
Hierboven is een gebeeldhouwde afbeelding van Quirinus met smekelingen om hem heen met de woorden: “Heilige Quirinus bid voor ons”. Quirinus heeft een boek in zijn handen met daarin het woord “credo” (ik geloof). Onder de smekelingen onder andere een lamme, een blinde, een moeder met kind.
In de top van de gevel staan drie beelden: Christus wordt bewierookt door twee engelen.
De kerk is voorzien van rondboog ramen, vaak in groepen van drie of vijf.
Orgeltribune en orgel
Het entree van de kerk bestaat uit een eikenhouten orgeltribune uit 1643, afkomstig uit de oude St. Martinuskerk. Te zien zijn zuilen en bogen, versierd met schelpen en guirlandes van fruit. De tribune is vervaardigd door Jan Colijns de Nole uit Antwerpen. Het orgel is in 1954 door fa. B. Pels en zoon uit Alkmaar gebouwd. Meer informatie over het Pels orgel kunt u hier vinden. Het betreft een boekje over de geschiedenis van ons orgel, geschreven door Hans Dogge, organist in de Quirinuskerk.
Vieringtoren
Halverwege de kerk staat de vieringtoren. De toren is met een hoogte van 35,70 m de hoogste toren van de kerk. De zoldering van deze toren is beschilderd en versierd met verschillende afbeeldingen. Op de hoekpunten zie je de vier evangelisten in hun symboolgestalten: Johannes als adelaar, Lucas als stier, Marcus als leeuw en Mattheüs als engel. Deze symboolgestalten komen heel vaak in onze kerk terug.
In het midden van deze zolder is een driehoek geschilderd met op de hoekpunten de woorden Pater, Filius en Spiritus (Vader, Zoon en Geest). Deze driehoek verwijst naar de Heilige Drie-eenheid.
Altaar

Het hoofdaltaar
Het hoofdaltaar met het tabernakel is een kunstwerk van de Utrechtse meester Jan Brom. Op de rijk versierde deuren zijn de vier evangelisten afgebeeld en A en Ω, God is het begin en het einde. Daarboven een troon met gouden regen, symbool van rijke overvloed van genade. De serafijnen dragen een kroon met daarboven in de boog: 'per me reges regnant ('door mij regeren de koningen', Spreuken 8:15).
De zijstukken stellen aan de linkerkant de broden en vissen van de wonderbare broodvermenigvuldiging en rechts de bruiloft van Kana voor, waarbij Jezus van water wijn maakte. De relikwieën in het hoofdaltaar zijn van Sint Laurentius (waarvan ook een beeld in de kerk staat) en Sint Caelestius. De kandelaars op het altaar hebben een drie-kantige voet, waarop achtereenvolgens de H. Quirinus met de molensteen, Jezus en Maria staan afgebeeld. Ze horen echt bij deze kerk.
Muurschildering boven het hoofdaltaar
Deze muurschildering, een secco, is aangebracht door Joan Collette. In 2005 is deze gerestaureerd. De schildering stelt het laatste avondmaal voor van Jezus met zijn apostelen. Tussen de gebrandschilderde ramen staat de volgende tekst:“qui manducat meam- carnem et bibit meum -sanguinem in me manet – et ego in illo” “wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt die blijft in Mij en Ik in hem” (Johannes VI, 57).
De apostel rechts kijkt weg van Jezus, hij heeft geen aureool, zijn beker is omgevallen en hij heeft een zakje (met 30 zilverlingen) in zijn hand. Dit is natuurlijk Judas, die Jezus heeft verraden voor geld en Hem zo dadelijk zal uitleveren aan de Hogepriesters.
Kruisbeeld boven altaar
De voorkant van het kruisbeeld is de gekruisigde Jezus te zien met aan de vier punten van het kruis de vier evangelisten.
De beelden van Maria en Johannes staan aan de zijwanden links en rechts van het kruis.
Gebrandschilderde ramen en nissen
Achter het altaar zijn vijf nissen met doorgangen. Daarnaast geveltjes met wanden van gepolijst marmer. Boven de nissen zijn zeven gebrandschilderde ramen. Hierop zijn de zeven H. Sacramenten afgebeeld, die volgens eenzelfde stramien zijn ingedeeld: bovenin het verhaal uit de bijbel, waarin Jezus het sacrament toedient of toegediend krijgt en daaronder een afbeelding uit het leven van (Nederlandse) heiligen die het sacrament krijgen toegediend.
Het ontwerp is van Jos Cuijpers, de glazenier was Joep Nicolas uit Roermond.
Onder de ramen staan afbeeldingen van engelen met wierook en driemaal Sanctus (heilig). Zij zegenen als het ware het altaar.
Daaronder zijn koepels met daarin afbeeldingen zoals graan schoven (brood) en een pelikaan.
Twee H. Hartbeelden staan aan weerszijden van het altaar. Links het Heilig Hart van Jezus en rechts het Heilig Hart van Maria.
Maria-altaar
Links van het hoofdaltaar is het Maria altaar. Dit altaar is geschonken door enige parochianen bij de bouw van de kerk.
Maria zit te midden van heiligen die bekend zijn om hun Maria verering: vier vrouwelijke heiligen links en vier mannelijke rechts van Maria.
Links van Maria: Sint Cecilia (beschermheilige van de muziek, attribuut orgel), Sint Catharina (beschermheilige o.a. Molenaars, met kroon en gebroken rad), Sint Theresa van Avila (Camelites, kerklerares met als attribuut boek, pennenveer) en Sint Agnes (attribuut: lammetje).
Rechts van Maria staan Sint Dominicus (ordestichter, attribuut boek), Sint Franciscus (ordestichter), Sint Aloysius en Sint Gerardus Majella (attribuut: doodshoofd en rozenkrans). Boven Maria is een sterrenhemel met daarboven de afbeelding van de kroning van Maria in de hemel.
Op het altaar staan een tweetal verzen uit gregoriaanse gezangen:
“exaltata est sancta dei gen[i]trix s[u]p[e]r choros angelor[u]m ad coelestia regna”
(vertaling: verheven is de Heilige Moeder Gods boven de engelenkoren tot aan het hemels koninkrijk)“
ass[u]mpta est maria in coelum gaudent angeli laude[a]ntes benedicunt domin[u]m”
(vertaling: Maria is opgenomen in de hemel,de engelen verheugen zich en prijzen en zegenen de Heer).
Links van het altaar hangen twee afbeeldingen, waarschijnlijk afkomstig van vroegere communiebanken. Op de ene wordt het manna verzameld in manden en aan Mozes aangeboden tijdens de uittocht uit Egypte (Exodus). De andere is de ontmoeting van Abraham, die brood en wijn aanbiedt aan de priester Melchisedek (Genesis 14)
Als linksom de kerk wordt rondgegaan, komt men een beeldhouwwerk van Maria van Lourdes met Bernadette tegen.
Hier begint de kruisweg, die uit 16 afbeeldingen bestaat met telkens een afbeelding van een profeet met een profetische voorspelling ertussen. De kruisweg is gemaakt door de fa. Cuijpers uit Roermond en geschonken door verschillende parochianen.
Verderop staat een beeld van H. Laurentius met als attribuut het rooster waarop hij is verbrand en een palmtak, het teken van de
overwinning van martelaren op de dood.
Links hiervan staat een biechtstoel uit de oude Martinus kerk (2e helft 19e eeuw) met zuilen.
Hier vindt u ook een beeld van Sint Theresia van Lisieux (gestorven 1897).
Vanuit de kerk kan gekeken worden naar de Maria-kapel, die alleen van buitenaf is te bereiken. In de kapel is een zogenaamde staakmadonna te zien: een aangekleed Mariabeeld met Jezus op haar armen, waarvan alleen het hoofd en de handen zijn uitgewerkt.
Links van de entree hangt een geborduurde doek met daarop Maria van Altijddurende Bijstand. Hiernaast hangt een afbeelding van de heilige zuster Maria Adolphine, een franciscanes uit Ossendrecht, die op 9 juli 1900 tijdens de zogenaamde Bokseropstand in China samen met zes medezusters, twee bisschoppen, twee paters en een broeder werden vermoord.
Zij werkte daar op een missiepost in een weeshuis.
Verder rondlopend staat een 19e eeuwse biechtstoel met op de vier hoekpunten uit hout gesneden engelen die geloof, hoop, liefde en berouw verbeelden. De engelen dragen de volgende attributen (van links naar rechts) kelk (geloof) en stok (oorspronkelijk met spons, lijden van Jezus), dan een anker (hoop), het deurtje van de biechtstoel is versierd met een engelenhoofdje, vervolgens een engel met een brandend hart (liefde) en de spijkers (van het kruis) en als laatste een engel (berouw) met een doodshoofd (sterfelijkheid) en rozenkrans (gebed). De symbolen hebben te maken met het karakter van de biecht: boete en vergeving.
Doopvont en Quirinusaltaar
Verder naar voren is de beeldengroep van de H. Familie te zien: de H. Jozef en H. Maria staan aan weerszijden biddend voor Jezus op een sokkel.
De doopvont staat in de Quirinuskapel en is gemaakt in 1549. Hij is oorspronkelijk afkomstig uit de St. Martinuskerk en bij toeval in 1920 opgegraven in de omgeving van deze oude kerk. De doopvont is een werkstuk in Mechelse renaissance stijl, met kuip op een natuurstenen voet. Het deksel wordt bekroond door een Sint Maartensgroep. Er is een bijbehorende plaat rechts ingemetseld in de muur met een tekst, waarin de stichting wordt gememoreerd: een schenking als zoenoffer voor een moord. Het geheel is 2,10 meter hoog.
Bij de doopvont staat de Paaskaars. Ieder jaar wordt een nieuwe Paaskaars gewijd en ontstoken tijdens de Paaswake. Het is het symbool van de verrezen Christus. Van Pasen tot Pinksteren brandt deze grote kaars in alle vieringen bij het altaar.
Na Pinksteren wordt de Paaskaars bij de doopvont geplaatst.
Bij een Doop wordt de doopkaars aangestoken aan de Paaskaars.
Bij een uitvaart wordt de Paaskaars bij de overledene geplaatst.
.
Het Quirinusaltaar lijkt weliswaar van marmer en natuursteen, maar is beschilderd hout. Het barokke beeld is in 1868 gemaakt in Antwerpen door J.C. Jacobs en beschilderd door P. Dirckx uit Roosendaal. Oorspronkelijk stond het altaar in de St. Martinuskerk, maar bij de bouw van de Quirinuskerk is het naar deze kerk verplaatst
.
De kerk vertoont een eenheid van stijl.
Sommige onderdelen vertonen een andere stijl, zoals de orgeltribune, de biechtstoelen en vooral ook het Quirinusaltaar. Dat is begrijpelijk: ze zijn allen ouder en afkomstig van de oude Martinuskerk.
Om de Quirinuskerk te kunnen behouden is de Stichting Behoud Quirinuskerk in het leven geroepen.