Antonius heette oorspronkelijk Fernando. Hij was afkomstig uit de Portugese stad Coïmbra en stamde waarschijnlijk af van Godfried van Bouillon. Op 15-jarige leeftijd trad hij toe tot de kanunniken met de regel van Sint-Augustinus. Maar toen tien jaar later een aantal enthousiaste monniken uit de nieuwe orde van Franciscus langstrokken om in Marokko door middel van prediking en naastenliefde de Moren te gaan bekeren, sloot hij zich bij hen aan. Om zijn nieuwe leven te markeren, noemde hij zich naar de vader van de woestijnmonniken: Antonius.

In Noord-Afrika werd hij ernstig ziek. Onverrichterzake toog hij naar Noord-Italië. Juist op het moment dat Franciscus daar al zijn medebroeders aan het verzamelen was. Hoewel Antonius in Portugal een begaafd predikant was geweest, hield hij zich nu zo bescheiden op de achtergrond dat hij in een kloostertje de meest eenvoudige karweitjes kreeg op te knappen. Zijn huisgenoten meenden zelfs dat hij niet helemaal bij zijn verstand was.antonius

Zijn gaven kwamen aan het licht, toen bij een grote kerkelijke plechtigheid de feestpredikant plotseling verstek liet gaan. In verlegenheid, omdat niemand op zo'n hoge feestdag met veel bezoekers, waaronder vele hooggeplaatste, onvoorbereid het woord wilde nemen, wees iemand gekscherend op Antonius: "We kunnen altijd nog Antonius er op af sturen..." In zijn nederigheid nam Antonius deze opmerking aan als een bevel. Hoe zenuwachtig de anderen ook probeerden uit te leggen dat het maar een grapje was geweest, hij was er niet meer van af te brengen, en hield zo'n gloedvolle predikatie dat hij onmiddellijk door Franciscus uit preken werd gestuurd tot in de wijde omtrek, zelfs tot in Zuid-Frankrijk en Noord-Spanje aan toe.

Hij was eens bijzonder teleurgesteld over de lauwe houding van de gelovigen te Rimini. Hij trok hij daarop naar het strand om dan maar voor de vissen te preken: die zouden tenminste wel luisteren. En zo was het. Zodra hij het woord richtte tot de golven van de zee, kwamen van alle kanten vissen aanzwemmen en stelden zich in rijen voor hem op, de kleintjes helemaal vooraan in het ondiepe water, de grotere op de achterste rijen. Door met hun staart bewegingen in het water te maken, gaven ze hun instemming met Antonius' woorden te kennen.

Naast zijn prediking verzorgde hij aan de universiteit van Bologna lessen theologie. Zijn leven was zo intens dat hij al op 36-jarige leeftijd stierf in 1231. Binnen een jaar na zijn dood was hij al officieel heilig verklaard: een record in de geschiedenis van Katholieke Kerk.

 

Verering & Cultuur

Hij is patroon van de verloren voorwerpen; van de franciscanen; van de reizigers en van de huisdieren paard en ezel (de laatste vanwege het hostiewonder). In vroeger tijden was de dinsdag bijzonder aan hem toegewijd.

Zijn feest wordt gevierd op 13 juni.

 

bron: heiligen-3s.nl